Op 2 april 2024 publiceerde de Europese Commissie Uitvoeringsverordening (EU) 2024/989 betreffende de meerjarige geharmoniseerde controleplannen van de EU voor 2025, 2026 en 2027 om de naleving van de maximumwaarden voor residuen van bestrijdingsmiddelen te waarborgen, aldus het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is bedoeld om de blootstelling van consumenten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op levensmiddelen van plantaardige en dierlijke oorsprong te beoordelen en Uitvoeringsverordening (EU) 2023/731 in te trekken.
De belangrijkste inhoud omvat:
(1) De lidstaten (10) verzamelen en analyseren monsters van de in bijlage I vermelde combinaties van bestrijdingsmiddelen en producten gedurende de jaren 2025, 2026 en 2027. Het aantal monsters dat van elk product moet worden verzameld en geanalyseerd, alsmede de toepasselijke richtsnoeren voor kwaliteitscontrole bij de analyse, zijn opgenomen in bijlage II;
(2) De lidstaten selecteren steekproefsgewijs steekproefpartijen. De bemonsteringsprocedure, met inbegrip van het aantal eenheden, moet voldoen aan Richtlijn 2002/63/EG. De lidstaten analyseren alle monsters, met inbegrip van monsters van levensmiddelen voor zuigelingen en peuters en biologische landbouwproducten, overeenkomstig de definitie van residuen in Verordening (EG) nr. 396/2005, voor de detectie van bestrijdingsmiddelen als bedoeld in bijlage I bij deze verordening. In het geval van levensmiddelen die bestemd zijn voor consumptie door zuigelingen en peuters, voeren de lidstaten een steekproefbeoordeling uit van producten die worden voorgesteld als kant-en-klaar of die opnieuw worden geformuleerd volgens de instructies van de fabrikant, rekening houdend met de maximumresidugehalten die zijn vastgesteld in Richtlijn 2006/125/EG en de vergunningsverordeningen (EU) 2016/127 en (EU) 2016/128. Indien dergelijke levensmiddelen kunnen worden geconsumeerd zoals ze werden verkocht of zoals ze werden gereconstitueerd, worden de resultaten gerapporteerd als het product op het moment van verkoop;
(3) De lidstaten dienen uiterlijk op 31 augustus 2026, 2027 en 2028 respectievelijk de resultaten in van de analyse van de in 2025, 2026 en 2027 geteste monsters in het door de Autoriteit voorgeschreven elektronische rapportageformaat. Indien de residudefinitie van een bestrijdingsmiddel meer dan één verbinding (werkzame stof en/of metaboliet of ontledings- of reactieproduct) omvat, moeten de analyseresultaten worden gerapporteerd overeenkomstig de volledige residudefinitie. Analyseresultaten voor alle analyten die deel uitmaken van de residudefinitie, worden afzonderlijk ingediend, mits ze afzonderlijk zijn gemeten;
(4) Intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/731. Voor monsters die in 2024 zijn getest, is de verordening echter geldig tot 1 september 2025;
(5) De verordening treedt in werking op 1 januari 2025. De verordening is volledig bindend en rechtstreeks van toepassing in alle lidstaten.
Plaatsingstijd: 15-04-2024